Toenemende industrialisering, massaproductie en -consumptie stimuleren vanaf de tweede helft van de 19e eeuw de zoektocht naar nieuwe materialen gemaakt uit goedkope grondstoffen. Na passages van eboniet of vulcaniet, parkesine, ivoride en het ontvlambare celluloid verovert het veelzijdige bakeliet rond 1920 de markt. De synthetisch thermohardende kunststof komt uit de koker van de naar Amerika uitgeweken Gentenaar Leo Baekeland, die er in 1907 een patent op neemt. De isolerende, hitte- en vochtbestendige eigenschappen ervan worden al snel gewaardeerd in de industrie. Maar ook in huishoudelijke context laat bakeliet zich opmerken als een veilig en stevig materiaal voor stopcontacten, schakelaars en allerhande huishoudtoestellen zoals stofzuigers, scheerapparaten en strijkijzers. Wanneer midden de jaren 1950 nieuwe, lichtere kunststoffen hun intrede doen, begint het succes van bakeliet echter te tanen. Sinds de verwerving van de privéverzameling van architect Ro Berteloot in 2015, beschikt het Industriemuseum over de grootste collectie bakelieten objecten in Vlaanderen.
378 resultaten
Vrij te bezoeken op volgende momenten:
in de schoolvakanties enkel op afspraak
Of op afspraak: contacteer de bibliotheek