menu
 
NIEUW // EXPO PLASTIC FANTASTIC?

Uit de krant // Kolossale fabrieksgebouwen

16/07/2021

Tot 26 september 2021 kan je in het Industriemuseum de tijdelijke expo ‘Kathedralen van de industrie’ bezoeken. Voor die fototentoonstelling herfotografeerde VRT NWS-fotograaf Alexander Dumarey (36) tientallen foto’s van Gentse textielfabrieken. De originele zwart-witbeelden maken deel uit van de fotocollectie van het Industriemuseum. De hedendaagse beelden van Dumarey illustreren hoe Gent in slechts enkele decennia spectaculair veranderd is. Wij gingen in gesprek met de fotograaf die je misschien al kent van reeksen als ‘Markante plekken’ en ‘Op reis met Vlaamse meesters’ op het VRT-nieuwsplatform.

Artikel uit de Museumkrant van het Industriemuseum: zomereditie 2021.

Foto: Corlazzzoli

Ik ben steeds op zoek naar manieren om tijd te vatten in beelden.
Alexander , je hebt tegen alle verwachtingen in geen fotografie, maar multimediaproductie gestudeerd, aan de Arteveldehogeschool hier in Gent. Hoe ben je dan in de fotografie gerold?

Als tiener woonde ik in Drongen, vlakbij de leegstaande textielblekerij Alsberge-Van Oost. De poort stond er altijd open, en ergens in 2003 ben ik de eerste keer het terrein opgelopen om de gebouwen te verkennen. Het verval, het desolate en de industriële architectuur spraken me aan. Ik wilde de gebouwen documenteren voor ze helemaal ingestort waren. Ik keerde niet veel later terug met mijn camera om de plek in beeld te brengen. Ik had de smaak te pakken en ging al snel op zoek naar andere plaatsen om te fotograferen. Gent had toen op dat vlak veel te bieden, veel fabrieken stonden leeg in en rond de stad. Fotografie was tot dat moment niet iets waar ik echt mee bezig was, maar vanaf dan heb ik al doende leren fotograferen en zo is het in de loop der jaren een steeds belangrijkere plek in mijn leven gaan innemen. Aanvankelijk lag de focus sterk op het in beeld brengen van leegstand en verval, maar de laatste jaren ben ik steeds breder gaan werken. Ik merk wel dat de rode draad in mijn werk het verloop van tijd is. Ik ben steeds op zoek naar manieren om tijd te vatten in beelden. Geschiedenis, verandering en sporen van het verleden zijn onderwerpen die steeds terugkeren.

Je werk toont heel wat verlaten gebouwen, vaak ook industrieel erfgoed. Ga je daar bewust naar op zoek? Naar oude fabrieken?

Het effect van het verloop van de tijd is nergens zo uitgesproken als in verlaten gebouwen. Vaak zijn het letterlijk ook vensters op een tijd die al lang voorbij is. Ik hou ook specifiek van oude industrie omdat de gebouwen en installaties vaak heel hard gebonden zijn aan een bepaald tijdperk. En het zijn plekken die snel verdwijnen. Ik werk bijvoorbeeld al jaren aan een reeks rond de verdwijnende staalindustrie rond Luik. Daar zou de laatste hoogoven binnenkort tegen de vlakte gaan. Na meer dan 100 jaar intensieve staalindustrie dreigen de getuigen aan dat tijdperk nu bijna allemaal te verdwijnen.

Ga je dan ook op zoek naar de geschiedenis van die plekken?

Ik vind het belangrijk toch iets van de geschiedenis te kennen achter de plekken die ik fotografeer. Het helpt om verbanden te leggen en om de plekken op de juiste manier te bekijken. Soms komt die informatie uit archieven en musea, maar vaker uit boeken. En tegenwoordig zijn veel archieven online beschikbaar, wat research ook gemakkelijker maakt.

Mijd je bewust mensen in je werk?

Mijn interesse gaat vooral uit naar architectuur en plaatsen. Van zodra er mensen in beeld komen, trekken die onmiddellijk de aandacht. Ik wil de focus volledig op de plaatsen zelf houden, daarom vermijd ik mensen in mijn foto’s.

In 2019 nam het Industriemuseum contact met je op.

Ja, het museum contacteerde me eind 2019 met het voorstel om samen een tentoonstelling uit te werken. Zo ontstond het idee om een selectie historische beelden uit de grote fotocollectie van het museum te herfotograferen zoals ze er vandaag uitzien. Om de selectie toch enigszins af te bakenen, werd ervoor gekozen het onderwerp te beperken tot de Gentse textielindustrie. Ik selecteerde een 180-tal beelden. Aangezien ik de focus liefst volledig op het onderwerp leg en zo weinig mogelijk verkeer en mensen in beeld breng, was 2020 vreemd genoeg een treffend jaar. Door de coronacrisis waren er met de opeenvolgende lockdowns veel minder auto’s onderweg en minder mensen op straat dan in een “normaal” jaar.

Hoe ging je te werk?

Ik ging telkens naar de plek van de gekozen foto met het beeld in de hand om op zoek te gaan naar het juiste standpunt. Op sommige plekken was dat eenvoudig, op andere plaatsen was niks herkenbaars over van op de oude foto’s. Nog andere foto’s bleken ter plaatse onmogelijk om opnieuw te maken; er is de laatste decennia enorm veel bijgebouwd en heraangelegd in Gent, waardoor veel van de oorspronkelijke standpunten niet meer mogelijk waren. Uiteindelijk bleven er een 70-tal foto’s over, waarvan er 30 in de tentoonstelling te zien zijn.

Hoe exact heb je je de oorspronkelijke foto proberen namaken?

Ik wou het oude en het nieuwe beeld duidelijk herkenbaar houden, maar het is nooit de bedoeling geweest om alle foto’s exact hetzelfde te fotograferen. Het was telkens afwegen in hoeverre er afgeweken kon worden van de originele compositie zodat de nieuwe foto wel dicht genoeg bij het oorspronkelijke beeld zou liggen, maar ik toch mijn eigen stempel op het beeld zou kunnen drukken. Ik koos er bewust voor om de composities rechter en strakker te fotograferen, of om alles net iets wijder in beeld te brengen zodat de huidige situatie beter zichtbaar is. Door nieuwe bebouwing was vanuit exact dezelfde hoek fotograferen in veel gevallen ook gewoon niet mogelijk. De meeste foto’s heb ik bij overtrokken en grauw weer gemaakt, op die dagen zijn de schaduwen het zachtst en zijn de gebouwen egaal uitgelicht. Omdat de gebouwen ook steeds goed in beeld moesten komen, zijn de meeste foto’s in de herfst en winter gemaakt, wanneer bomen geen bladeren hebben die het zicht op de fabrieken ontnemen. Er is trouwens één beeld in de reeks waar ik heel graag dezelfde weersomstandigheden wou als op de oorspronkelijke foto, en dat was het besneeuwde gevelzicht van UCO Desmet-Guequier, nu het Industriemuseum. Toen het in januari 2021 op een dag plots begon te sneeuwen ben ik er direct op uit getrokken om de foto nog eens te herfotograferen. Zo zit dat beeld op de valreep toch nog met een gelijkaardig laagje sneeuw in de expo.

Rephotography of herfotografie, wat is dat juist?

Herfotografie is beelden na een bepaalde tijd opnieuw in beeld brengen vanuit dezelfde plek. Zo zijn verschillen en veranderingen onmiddellijk zichtbaar. Ik had nog nooit foto’s opnieuw gefotografeerd, maar voor ‘Op reis met Vlaamse meesters’ op VRT NWS bracht ik plekken uit werken van Vlaamse schilders in beeld zoals ze er vandaag uitzien. Dat was een samenwerking met journalist Jos Vandervelden. Ik vind dat heel boeiend om te doen omdat er geen meer sprekende manier is om het verloop van tijd vast te leggen. Herfotografie toont heel duidelijk hoe het landschap of de stad verandert en de enorme invloed van de mens op onze omgeving.

Foto: Katoenspinnerij Pipyn aan de Nieuwevaart is de favoriet van fotograaf Alexander Dumarey, omwille van de indrukwekkende architectuur. Collectie Industriemuseum.

Op weg naar school passeerde ik elke ochtend langs Filature Nouvelle Orléans, UCO Braun lag nog een straat verder.
Bij de expo hoort ook een boek, met beelden uit de expo en nog tien extra fotoparen. Wat is jouw favoriete plek op de foto’s?

Ik woonde als kind in de Bloemekenswijk, schuin over Filature du Rabot. Op weg naar school passeerde ik elke ochtend langs Filature Nouvelle Orléans, UCO Braun lag nog een straat verder. Al deze fabrieken waren toen, eind jaren 1980, nog (min of meer) actief. Omdat ik al van kinds af aan gefascineerd ben door de kolossale fabrieksgebouwen, en er dus praktisch tussen ben opgegroeid, voelt dit project heel persoonlijk aan. Er één plek uitkiezen is dan ook moeilijk. Om nostalgische reden zou ik Filature Nouvelle Orléans kiezen, maar puur op vlak van architectuur steken de manchestergebouwen van spinnerij Pipyn (zie foto boven) er toch wel bovenuit.

Heb je nog favorieten?

Als ik een duo uit de reeks kies, ga ik voor La Lys (zie foto onder), omdat het voor/na-contrast daar het grootst is. Het is heel intrigerend om beide beelden naast elkaar te zien: een kolossale fabriek tegenover het verstilde park. Maar het openingsbeeld van de expo (en de cover van het boek), Galveston, vind ik ook heel boeiend. Het gebouw heeft op de foto uit de jaren 1950 al een heel leven achter zich, het draagt er duidelijk de sporen van. De ronde uitbouw is later toegevoegd, en de zichtbare sheds in het dak zijn - aan de verschillende steensoort te zien - op een bepaald moment opgehoogd. Nog eens 70 jaar later heeft het gebouw weer een hele transformatie ondergaan: de meeste ramen zijn intussen dicht gemetst, en er is een pak aan randbebouwing verschenen. In wezen is het gebouw weinig veranderd, het silhouet is na al die jaren nog steeds duidelijk herkenbaar. Maar de fabriek draagt z’n hele geschiedenis mee in de details.

Foto links: Tussen 1838 en 1960 draaiden hier de machines van vlasspinnerij La Lys. Collectie Industriemuseum. Foto rechts: Vandaag is de fabriek gesloopt en ligt hier het Groenevalleipark. © Alexander Dumarey

Kende je het Industriemuseum eigenlijk al?

Ik ben al fan van het museum sinds ik er als kind voor de eerste keer kwam, een schooluitstap. Ik ben regelmatig blijven langskomen voor de tijdelijke tentoonstellingen, en ik had een zwak voor de charmante verouderde opstelling op de bovenste verdieping… maar de nieuwe opstelling vind ik ook fantastisch (lacht). Ik ken het museum dus goed, ja.

Hoe voelt het om er nu tussen je eigen werken te wandelen?

Ik ben heel fier op de expo, ik ben zeer tevreden met het resultaat, zowel met de fotoreeks als met de opstelling in het museum. Ik had nog nooit zoveel zo’n grote afdrukken van m’n werk samen gezien, dus dat was wel spannend.

Foto: Corlazzzoli

Waar werk je momenteel aan?

Ik werk aan een aantal reeksen, eentje daarvan draait rond verlaten scholen in Bulgarije. Sinds de val van het communistisch regime in dat land is het bevolkingsaantal in vrije val. Sinds 1990 is het cijfer met zo’n 2 miljoen gedaald. Door een tekort aan kinderen en door besparingen sloten honderden scholen de deuren. Ik reis al sinds 2016 een paar keer per jaar naar Bulgarije om er de verlaten scholen in beeld te brengen. Intussen heb ik er al zo’n 107 gefotografeerd.

Kunnen we jouw werk nog ergens bewonderen?

Je kan mijn werk op verschillende plekken vinden. Het boek bij de tentoonstelling is een mooi begin en sinds 13 juni stel ik mijn reeks rond verlaten zwembaden ‘(Z)onder water’ tentoon in openlucht, in de Kasteeldreef in Laarne. Ook op vrtnws.be kan je een aantal reeksen van me terugvinden, zoals ‘Markante plekken’ en ‘Op reis met Vlaamse meesters’, en ik post ook vaak beelden uit mijn archief op Instagramaccount: alex_dumarey.

Volgen dus…!
Dankjewel, Alexander.

Bezoek de expo Alexander Dumarey. Kathedralen van de industrie nog tot en met 26 september 2021 in het Industriemuseum. Bij de expo hoort ook een familieparcours en een fietsroute van 9 of 17 kilometer langs de voormalige textielfabrieken in Gent.

Het boek Kathedralen van de industrie is verkrijgbaar in de boekhandel en de museumshop van het Industriemuseum voor 22,99 euro.

blijf op de hoogte

SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF