Dat Paul Ryckaert Vriend van het Industriemuseum zou worden stond in de sterren geschreven. Met een uitgebreide carrière in de drukwereld, afgesloten als drukker-instructeur bij Plantin, kunnen we Paul best wel een drukexpert noemen.
DE DRUKTOVENAAR
Het begon allemaal als leerling-drukker bij zijn aangetrouwde kozijn Guido Maes. Het drukwerk dat bij ‘de druktovenaar’ - zoals Guido zichzelf noemde - gedrukt werd, was heel vooruitstrevend. Zo herinnert Paul zich de catalogus voor de kunsttentoonstelling ‘Dulcia Kunst’ in de Dulciafabriek.
“De bladwijzer voor deze catalogus was een uniek stuk”, vertelt Paul. “Een beschilderde paal uit de Dulciafabriek, waaraan spiegels bevestigd waren, vormde de inspiratie voor de bladwijzer. Een lange strook karton werd met dezelfde kleuren bedrukt als de paal en voor de spiegels werden vlakken in zilverfolie gedrukt op de Heidelberg Degel. Unieker drukwerk kon je niet vinden in die tijd.”
De druktechnieken kenden een snelle evolutie. De Heidelberg Degel kreeg een installatie om goud- en zilverfolie te drukken en de KSBA werd vervangen door een Heidelberg KORD offsetpers. Nadat hij als leerling bij Guido Maes de knepen van het vak geleerd had, riep de plicht. Zijn legerdienst vervulde Paul in de drukkerij en cartografie in abdij Ter Kameren, hoe kan het ook anders?
VERHUIS MET PLATTE WAGENS
En dan begon zijn drukcarrière écht. Paul ging aan de slag bij drukkerij Verstraete, toen nog deel van een winkeltje met schoolgerief. Paul startte er als drukker aan één van de twee Heidelberg typopersen. Later schakelde Geert Verstraete over op offsetdruk.
"Dat was veel plezanter en het ging ook veel rapper”, herinnert Paul zich. De drukkerij deed het goed en verhuisde naar een groter atelier in Ursel. Paul herinnert zich de verhuis als de dag van gisteren. “Geert Verstraete zou zelf de verhuis organiseren. Daarvoor werkte hij samen met Caravans De Reu. Zij hadden diepladers waarmee de caravans vervoerd werden. De drukpersen werden op die diepladers geladen en naar de nieuwe locatie gebracht. Alle zetkasten hebben we verhuisd met een oud Volkswagen-busje van Wasserij Cooreman.”
We hebben dan maar verschillende zetkasten in het midden van het dorp uitgeladen.
Maar dat verliep niet zonder slag of stoot. “Omdat het busje veel te zwaar geladen was met de loden letters, slipte de koppeling. Dan hebben we maar verschillende zetkasten in het midden van het dorp uitgeladen”, vertelt Paul geamuseerd. Een wereld van verschil als je bedenkt dat Drukkerij Verstraete vandaag wereldmarktleider is in het bedrukken van polypropyleenetiketten.
VERDERE VERNIEUWING
De volgende stop in zijn carrière was de Luciferfabriek in Geraardsbergen. Paul was er niet alleen gefascineerd door het drukken, maar ook door het proces hoe van bomen lucifers in verschillende maten en vormen worden gemaakt. Hij stond er mee aan de wieg van nieuwe druklijnen.
“We hebben zelf verschillende UV-vernislijnen gebouwd, vertrekkend van HTO en Heidelberg typomachines. De afdeling mechaniek van de fabriek vervaardigde zelf de ronde, rubberen vormen voor de GTO’s en de inox clichés voor de typo’s.” Maar dat was niet het enige wat er in de afdeling mechaniek gemaakt werd. “Ik maakte er stukken voor de oldtimer motorfietsen die ik toen bezat”, verklapt Paul.
INVENTIEVE DRUKKER-MECANICIEN
In zijn verdere loopbaan bleef Paul steeds verbonden met de drukwereld. Hij ging aan de slag bij Sirius, een afdeling van drukkerij Van Genechten- Biermans in Turnhout. “Daar hebben wij de eerste offsetpers opgestart die voorzien was van een drukgroep om goudlak te drukken, ter vervanging van het bronspoeder. Daarmee drukten we sigarettenverpakkingen zoals Boule d’Or. Later hebben we met die nieuwe pers ook de chocoladewikkels van Côte d’Or gedrukt.”
Dat je bij nieuwe technieken soms inventief moet zijn, weet Paul als geen ander. “Om die lijn goed te doen draaien, hebben we er zelfs een bierkoeler moeten bij inschakelen.”
Zijn vindingrijkheid bracht hem bij een reinigingsfirma waar hij een dienst opstartte om drukpersen te reinigen. “We startten met het schoonmaken van de persen na de dagtaak van de drukker. Later hebben we ook persen gereinigd met droogijs.”
Maar bloed kruipt waar het niet gaan kan en Paul eindigt zijn carrière met een job waar hij als leerling-drukker, op 16-jarige leeftijd, al van droomde: drukker-instructeur bij Plantin. Zijn specialiteit? Rollen afstellen!
MECHANIEK ALS BINDMIDDEL
Zijn baan als drukker is trouwens niet het enige wat Paul aan het museum bindt. “Ik ben altijd geboeid geweest door alles wat techniek en mechaniek aangaat”, vertelt Paul enthousiast. Dat werd hem met de paplepel ingegeven. Zo kocht zijn vader in 1951 - het geboortejaar van Paul - een kleine Victoria-motor van 38cc, waarmee nog gekoerst werd in 't Kuipke in Gent. Op een mannenfiets die door zijn vader werd omgebouwd, dreef het motortje het achterwiel aan. De voorvork van de fiets werd omgedraaid en aangepast met een soort hefboom met een veer ertussen. Zo had het voorwiel vering. De motorfiets liep maar liefst 70 kilometer per uur. Dat doet het nog steeds, trouwens!
Zelf heeft Paul ook wat herstelwerk achter zijn naam staan. Hij restaureerde verschillende oldtimer motorfietsen, een Mini Cooper voor zijn echtgenote en een Lancia Fulvia Coupé voor zijn zoon. En de microbe laat hem niet los, want nu restaureert Paul een Mini Cooper Classic van 1995, dit keer voor zichzelf. We zijn benieuwd naar het afgewerkte resultaat!