Buitenzicht van voormalige textielfabriek Usines Cotonnières de Belgique in Gent
Fabrieksgebouwen van voormalige textielfabriek Usines Cotonnières de Belgique nv, gelegen aan de Nieuwevaart in Gent. Wanneer Gent in 1860 de tolrechten afbouwt, vestigt katoenfabriek Parmentier, Van Hoegaerden & Cie zich net buiten de stadsmuren, waar in 1863 het Verbindingskanaal wordt gegraven. Het is de eerste fabriek in de toen nog groene Wondelgemse Meersen, vandaar de bijnaam Grasfabriek. In 1898 wordt de fabriek een filiaal van de Usines Cotonnières Gand-Zele-Tubize nv, later de Usines Cotonnières de Belgique. De site groeit uit tot een gigantisch complex met zowel een spinnerij als een weverij, en een tijdlang ook een blekerij, ververij en drukkerij. De fabriek sluit in 1962. Vynckier Frères & Compagnie SA ziet de kans om haar vestiging uit te breiden. Een ander gedeelte van het complex wordt verkocht aan transportbedrijf Ziegler. Een in 1910 toegevoegd spinnerijgebouw van Serafinus De Taeye is intussen verdwenen, maar het grote rechthoekige blok in donkere baksteen van 1860 staat er nog. Het is sinds 1996 beschermd, net als de resterende fabrieksgebouwen.