details
-
vervaardiger:
- interviewer | Boers, Hans
- geïnterviewde | De Backer, Jan | Sint-Niklaas
- producent | Geheugen Collectief vzw - Historisch Onderzoeksbureau
- opdrachtgever | Industriemuseum
- objectnummer: AU00009-008
- objectnaam: mondelinge bron
- datum: 2023-06-20
#metaal #einde 20ste eeuw #begin 21ste eeuw #3de kwart 20ste eeuw #productieproces #werkrelaties #fabrieksgebouw #automatisering #personeelsbeleid #metaalconstructie #niet-verspanende processen #Sint-Niklaas #Hubert De Backer nv #matrijs
Interview met Jan De Backer over zijn werk in de Belgische metaalindustrie
Beluister dit fragment uit het interview met Jan, waarin hij vertelt over werknemers die verslaafd waren aan zenuwpoeders Mann en hoe hij daarmee omging al bedrijfsleider. Dit fragment maakt deel uit van een uitgebreider interview in het kader van het project 'Hun werk, hun leven. Getuigenissen uit de metaalindustrie (1970-2020)'.
Jan De Backer (°1950) groeit op in Sint-Niklaas. Zijn grootvader is de eerste elektricien in de stad en richt in 1919 samen met zijn broer Niko op, een bedrijf dat schakelaars en stopcontacten maakt. Jans vader Hubert (°1911) volgt de technische opleiding A2 mechanica en stapt in het familiebedrijf. Daarna start hij met zijn broer een eigen kunststoffenbedrijf op, maar gaat door onenigheid alleen verder. In 1932 is de grondlegging van Hubert De Backer nv of HDB een feit.
Jan volgt net als zijn vader een A2 mechanica. Jans broer gaat naar de universiteit en begint dan bij Niko. Zijn twee zussen worden huisvrouw – over dat alles beslist vader Hubert. Jan is voorbestemd om als enige in het familiebedrijf HDB te stappen. Om ervaring op te doen, volgt hij eerst stages in de kunststofindustrie in Duitsland en Engeland. Uiteindelijk gaat hij in 1975 aan de slag bij HDB als machine(her)steller, met een bediendencontract. Hij doet snel ervaring op en neemt in 1982 de rol van bedrijfsleider van Hubert over.
Hoewel HDB producten uit kunststof verkoopt, tegenwoordig vooral aan de farmaceutische industrie, is metaal een minstens even belangrijke grondstof. Al van in het begin maakt het bedrijf zijn eigen matrijzen, gietvormen of mallen. Die bestaan uit staal, maar er worden ook andere metalen en niet-metalen in verwerkt, zoals koper of grafiet. Voor Jan is het maken van matrijzen een noodzakelijk kwaad: je verdient er niets aan, het ontwerpproces duurt lang en ze verslijten relatief snel. Maar door die expertise in het bedrijf te hebben, kun je sneller inspelen op de wensen van de klant.
Jan vindt zichzelf meer een ‘techneut’ dan een manager. Als bedrijfsleider zweert hij bij een vrij horizontale hiërarchische structuur. Iedereen noemt hem Jan en er is bijna geen middenkader in HDB. De harde beslissingen in tijden van crisis neemt hij erbij. Ook het invoeren van steeds strengere veiligheidsnormen wordt Jan door zijn werknemers niet altijd in dank afgenomen. Zo is er veel tegenkanting tegen het rookverbod of het invoeren van haar- en baardnetjes. Toch onderhoudt Jan een constructieve verhouding met de vakbonden.
Ondanks een toenemende mondialisering en de uitbesteding van de productie naar andere landen, houdt HDB het hoofd boven water. Begin jaren 2000 bouwt de firma zelfs een nieuwe fabriek in Temse. Het inrichten van die fabriek is voor Jan heel zwaar, maar hij staat erop dit nog zelf in goede banen te leiden. In 2013 neemt Jans zoon Stijn de fakkel over.
Matrijs om machineonderdelen te vervaardigen van machinebouwer ACEC in Gent. Foto, 1964. F10276-042 - Collectie Industriemuseum