Mule Jenny uit ca. 1810
Halfautomatische Mule Jenny voor het spinnen van 29 draden tegelijk, uit ca. 1810.
De hoofdstructuur bestaat uit twee delen, het frame of de hoofdstoel en de wagen.
Het eikenhouten frame of de hoofdstoel bestaat uit:
- het bobijnrek, op de achterkant van de stoel
- het uitrekveld
- een besturingsgedeelte of aandrijfmechanisme op de rechterkant van de stoel
- twee rails, die de verbinding vormen tussen de voor- en de achterpoten van de stoel, waarop de wagen in- en uitrijdt
Het wagengedeelte, steunt op vier, gietijzeren, recht gespaakte wielen, die over metalen rails rollen. De rails steunen rechtstreeks op de verbindingsbalken. Ze vormen de verbinding tussen de voor- en achterpoten van de houten hoofdstoel. De wagen heeft een open vakwerkstructuur, opgebouwd uit stavendriehoeken. De bovenkant is afgedekt met een houten plaat.
Twee houten trommels zijn d.m.v. koorden verbonden met de spillen. Er is op de wagen plaats voor 29 spillen. De spillen zijn gemaakt uit smeedijzer. Spillen 1 tot 14 zijn verbonden met de linker trommel. Spillen 15 tot 29 zijn verbonden met de rechter trommel. In de huidige opstelling staan er op de wagen 27 spillen. De in de wagen voorziene openingen voor spil 28 en 29 zijn niet ingevuld. De spoelen die op de 27 spillen zitten zijn een latere toevoeging
Op de rechterhelft van de wagen bevindt zich op kniehoogte een met geschubd leder (exotisch) overtrokken stootkussen.