Automatische centrales en telefoontoestellen met kiesschijf
Door het toenemende aantal abonnees bereiken handbediende telefooncentrales al snel hun limiet. De zalen waar de operatoren manueel de verbinding tot stand brengen worden alsmaar groter. Bovendien wekt de tussenkomst van een operator - die letterlijk de verbinding tot stand brengt - enige argwaan: wie luistert er eigenlijk allemaal mee?
Zo vermoedt de Amerikaanse begrafenisondernemer Almon B. Strowger dat de bediende in de telefooncentrale zijn klanten doorschakelt naar een concurrent. Vastbesloten om deze tussenpersoon uit te schakelen, neemt hij in 1891 een patent op een automatisch verbindingssysteem.
De telefoontoestellen krijgen een draaiende kiesschijf met cijfers van 0 tot 9. Alle abonnees hebben een uniek telefoonnummer. Door het nummer te draaien, zendt het toestel een exact aantal pulsen naar een automatische schakelkast in de telefooncentrale. Deze legt de juiste verbinding met de correspondent. In België worden de Strowger centrales pas vanaf de jaren 1920 geïnstalleerd. De overgang van manueel naar automatisch verloopt dus best langzaam. Zelfs na de Tweede Wereldoorlog blijven sommige zones nog enige tijd manueel bediend.
Het design van dit bakelieten toestel bezit wel al de mogelijkheid om een kiesschijf te installeren. Het toestel werd echter gebruikt in een zone met een manuele telefooncentrale, waar nog gebruik werd gemaakt van de inductorkruk of slinger om de centrale op te bellen.