TOELICHTING
De hoofdtentoontstelling van het Industriemuseum neemt je mee in een universeel verhaal over mensen en machines en hoe die de wereld rondom ons veranderden. Dat relaas wordt verteld door 12 mannen en vrouwen, allen geboren tussen 1660 en 1965. Hun getuigenissen worden in de fysieke opstelling gekaderd door bijhorende objecten, documenten of achtergrondinformatie. Een dergelijke totaalbeleving online nabootsen is niet mogelijk, het delen van de getuigenissen, biografieën en beperkte omkaderende info echter wel. Je ontdekt ze hieronder. We wensen je veel lees- en luisterplezier!
PERIODE 1650 - 1800
Boeren, boeren en nog eens boeren. Het merendeel van de bevolking leeft van het land. In Vlaanderen en het westen van Brabant zijn het vooral arme keuterboeren die een klein lapje grond huren en bewerken. Overleven, daar draait het in de meeste gezinnen om.
’s Avonds en in de wintermaanden werken de boerenfamilies thuis aan hun spinnewiel en weefgetouw. Moeders en dochters spinnen het vlas tot draad, vaak uren aan een stuk. Vaders en zonen weven het dan weer tot lijnwaad. Zo maken de boeren meters en meters linnen, die de handelaar opkoopt. De Gentse Vrijdagmarkt is het kloppende hart van de Vlaamse textielhandel. Vooral in Spanje en haar kolonies zijn de stoffen erg gegeerd.
Ondernemers richten in de stad grote ateliers op, waar ze de productie centraliseren. Maar alles is nog handwerk. Om de werktuigen aan te drijven is er alleen natuurlijke kracht: wind, water of de spierkracht van mens en dier.
Marie Catharine De Moerloose
°1698 Gent, sterfdatum onbekend1700: de familie De Moerloose laat een groot huis optrekken in de Sint-Katelijnestraat.
1710: vader Pieter De Moerloose, garentwijnder, wordt deken van het ambacht.
1735: na het overlijden van vader en moeder De Moerloose moet dochter Marie Catharina het twijndersbedrijf sluiten, als vrouw mag ze het bedrijf niet verderzetten. Ze legt zich toe op de kanthandel.
Ongehuwde ‘geestelijke dochter’.
Ignaas Snauwert
°1762 Nevele, +1836 Nevele1767-1773: als weeskind uitbesteed aan verschillende families.
na 1773: werkt als dagloner bij boeren en als wever.
Gehuwd, 6 kinderen, allen overlijden.
Laurentio Hoys
°1660 Oostende, +1736 Gent1677: in de leer bij zijn oom Michiel Hoys, handelaar in Gent.
1683: start handelszaak op met vader Laurentio, die de zaken in Oostende behartigt.
1690 ca.: vader sterft, Laurentio jr. zet de handelszaak verder en leidt ook zijn kinderen op.
Gehuwd, 13 kinderen, 3 ervan overlijden vroeg.
MEER VERHALEN UIT DE COLLECTIE
Twijnen is het verdubbelen van het garen door het in elkaar verstrengelen van twee of meer enkelvoudige draden. Twijnders gebruikten daarvoor ovale twijnmolens. Lees meer.
De twijnmolen in het Industriemuseum telt 47 spillen en komt uit de vroegere Gentse gevangenis of Rasphuis, waar vanaf 1773 misdadigers, daklozen en bedelaars worden opgesloten. Het is wellicht de oudst bewaarde twijnmolen ter wereld. Lees meer.
In de late 17e en in de 18e eeuw was de bedrijvigheid in de textielsector allesoverheersend in de Waterwijk, de kleine Gentse buurt ten noorden van de Vrijdagmarkt. Die Vrijdagmarkt vormde het kloppende hart van de bloeiende lijnwaadhandel. Lees meer.
PERIODE 1800 - 1870
Katoen wordt koning. Mensen dragen tot dan kledij uit wol en linnen. Maar de Indische katoenen stofjes worden razend populair. Britse ondernemers nemen de wereldwijde handel en productie van katoen in handen. Stoomkracht, technische verbeteringen en nieuwe machines drijven de volumes en winsten op.
De industriële revolutie sijpelt door naar andere delen van Europa. Gentenaar Lieven Bauwens smokkelt machines over naar het vasteland en richt er textielfabrieken op. In een mum van tijd is ook Gent een industriestad met rokende schoorstenen en fabrieken vol kabaal. Met karren en stoomtreinen vol Waalse steenkool, en een massa werkvolk. Heel wat gezinnen zien hun leven veranderen.
Migratie is voor veel werkloze boeren de enige uitweg om te overleven. De industrie trekt aan. Vrouwen en kinderen gaan mee aan de slag in de fabriek. Hoe meer werkende gezinsleden, hoe meer brood op de plank. Arbeiders wonen opeengepakt in beluiken, een wirwar van steegjes met kleine, vochtige woningen. De armoede is schrijnend. Het verzet van de arbeiders groeit.
Lieven Bauwens
°1769 Gent, +1822 Parijs1782: atelierchef in het leerlooiersbedrijf van zijn vader.
1786-1789: industriële spionage in Engelse leerlooierijen, werkzaam in firma Undershell en Cox.
1790-1796: actief in het familiebedrijf Bauwens (leerlooierij, handel in leder, wijn en koloniale waren, verkoop van kerkelijke goederen…).
1797-1798: spionagereizen en smokkelen van machines uit Engeland.
1799-1804: oprichting katoenfabrieken in Passy, Gent (Kartuizerklooster, Centrale Gevangenis) en Drongen.
1800-1801: burgemeester van Gent.
1803 en 1810: Napoleon bezoekt de fabrieken van Lieven Bauwens.
1814: katoenfabriek Kartuizerklooster gaat failliet, Lieven Bauwens legt zich toe op de vlasindustrie, daarna definitieve neergang van zijn zaak.
Gehuwd met Mary Kenyon (dochter van zijn meestergast James Kenyon), 3 kinderen.
Pol De Witte
°1848 Gent, +1929 Gent1857: even arbeider in de katoenfabriek in het Gravensteen, daarna terug naar school.
1859: enkele dagen textielarbeider, daarna leerjongen bij zijn oom, als kleermaker.
1863-1868: aan de slag bij kleermaker Van de Weghe en kleermaker Cies De Zwarte.
1868: wordt lid van het Leesgezelschap van de Wevers, veel contacten met de Gentse arbeidersbeweging.
1871-1885: neemt steeds meer een leidinggevende rol op in de arbeidersbeweging, vanaf de jaren 1885 neemt Edward Anseele dit over en raakt Pol op een zijspoor.
1896: ontslag als redactielid van Vooruit, definitieve breuk met de socialistische arbeidersbeweging.
1911: stopt de kleermakerij die hij met zijn vrouw uitbaat.
Gehuwd, 1 zoon die vroeg overlijdt.
David Bell
°1794 Stoneknow (Noord-Engeland), sterfdatum onbekend1817-1824: mecanicien in Manchester.
1824-1836: werktuigkundige en meestergast bij het Gentse Huyttens-Kerremans, machinebouw.
1836-1838: directeur-beheerder van de nv Phoenix, ijzergieterij en machinebouw.
1839-1844: oprichter en directeur van de firma David Bell, ijzergieterij en machinebouw.
1845: faillissement van de firma, vlucht uit Gent, vermoedelijk naar Amerika.
Gehuwd, 13 kinderen.
MEER VERHALEN UIT DE COLLECTIE
Aan het einde van de 18e eeuw ontdekt Gentenaar Lieven Bauwens dat in Engeland de Mule Jenny gebruikt wordt om katoen te spinnen. Hij smokkelt zo’n machine naar het vasteland en richt fabrieken op. Lees meer.
De halfautomatische spinmachine Mule Jenny staat symbool voor de eerste industriële revolutie in Vlaanderen. Het is de voorloper van de volautomatische spinmachine of selfactor. Lees meer.
Eeuwenlang wordt er gezocht naar manieren om arbeid te verrichten en te verlichten. De mechanisatie kent een versnelling door de introductie van de stoommachine. Lees meer.
Rond 1840 wonen in Gent een kleine 20.000 mensen in 600 beluiken. Al snel blijken de arbeidersbuurten broeihaarden voor epidemieën. Lees meer.
PERIODE 1870 - 1950
De industrie dijt uit. België ontpopt zich tot de vijfde economische grootmacht ter wereld. Textiel en machines uit Gent kennen wereldfaam. Wetenschap en industrie vinden elkaar en nieuwe uitvindingen zien het licht. Betere communicatie- en transportmiddelen maken de wereld steeds kleiner. Kapitaal, goederen en mensen gaan makkelijker heen en weer over de grenzen.
‘Time is money’. Productiviteit is het toverwoord van de fabrieksbazen. Strikte arbeidstijden, strenge regels en snelle machines drijven het ritme maximaal op. De arbeiders strijden voor meer rechten. De machines zijn te gevaarlijk, de lonen te laag, de werkdagen te lang. Ze verenigen zich in vakbonden. Samen wroeten, samen feesten, samen staken.
De eerste sociale wetten leggen vrouwen- en kinderarbeid aan banden. Vanaf het begin van de 20e eeuw volgen nieuwe wetten en maatregelen. De arbeidsduur wordt beperkt, de veiligheid in de fabrieken verhoogd, het eerste vakantiegeld uitbetaald. Ook de lonen stijgen. Arbeidersgezinnen krijgen het beetje bij beetje beter.
Adolphe Hebbelynck
°1881 Gent, +1962 Gentca. 1900: ingénieur des arts et des manufactures (Rijksuniversiteit Gent).
1902: eigenaar van katoenfabriek Desmet-Guequier.
1919: mede-oprichter en bestuurder van nv Union Cotonnière.
1927: mede-oprichter en bestuurder van katoenfabriek Silkose.
Gehuwd, 2 kinderen, 6 kleinkinderen.
Juliana De Corte
°1901 Gent, +1987 Gent1913-1920: arbeidster in vlasfabriek La Linière Gantoise (fabriek gesloten tijdens de Eerste Wereldoorlog).
1921: uitbaatster van een kruidenierszaakje; helpt daarna haar man in de zaak (chromeren van auto-onderdelen voor autogarage Mahy).
Gehuwd, 1 kind.
César Van De Rostyne
°1909 Gent, +1995 Gent1923-1928: achtereenvolgens arbeider in katoenfabriek Usines Cotonnières Gand- Zele, luciferfabriek Ghent Match Compagnie, spiegelfabriek Meyvaert, katoenfabriek Etablissement Pipyn, katoenfabriek De Hemptinne.
1929: werkloos, losse dokwerker.
1930-1940: arbeider in katoenfabriek Dierman en Filature Nouvelle Orléans.
1940-1945: Tweede Wereldoorlog, arbeider in de elektrochemie in Langerbrugge (in de volksmond ‘de zachte dood’, omdat het ongezond werk was).
1945-46: kraanchauffeur in ABC Diesel, Wiedauwkaai.
1946-1971: dokwerker en ‘ceelbaas’ (ploegbaas) aan het Houtdok.
Gehuwd, 2 kinderen, 4 kleinkinderen.
MEER VERHALEN UIT DE COLLECTIE
In 1905 krijgt de firma Desmet-Guequier een bouwvergunning voor een nieuwe katoenspinnerij: het fabrieksgebouw waar het museum vandaag in huist. De architectuur is naar het voorbeeld van de Engelse textielfabrieken. Lees meer.
Net zoals vele andere industriesteden telde Gent heel wat overbevolkte arbeidersbuurten. Veel beluikhuisjes blijven tot diep in de 20e eeuw bewoond en opeenvolgende generaties van armen lijken er elkaar af te lossen. Luister verder.
Diploma van de Exposition Universelle, georganiseerd te Parijs in 1867, van uitreiking gouden medaille. Bekijk collectiestuk.
Vanaf 1780 ondergaat de gewone olielamp op korte tijd heel wat verbeteringen. Wat volgt is een twee eeuwen lange zoektocht naar steeds betere lampen en verlichtingsmethoden. Lees meer.
PERIODE NA 1950
De textielindustrie verliest na de Tweede Wereldoorlog haar koppositie. De concurrentie met het buitenland is bikkelhard. De werkdruk, de vrees voor jobverlies en de lage lonen maken de textielsector niet aantrekkelijk. Het gloednieuwe staalbedrijf SIDMAR en de Zweedse autoconstructeur Volvo kiezen de Gentse haven als uitvalsbasis. Elders en beter, denken veel textielarbeiders.
Baki Türkseven
°1967 Emirdağ (Turkije)1973: vader Türkseven emigreert naar België om er te werken, de familie volgt.
1983: studeert af aan Textielinstituut Henry Story.
1983-1998: arbeider in katoenfabriek UCO Galveston.
1998-2008: arbeider in UCO Braun.
2013-nu: werkzaam in de textielafdeling van het Industriemuseum.
Gehuwd, 3 kinderen.
Mohammed Ahaddour
°1960 Tanger (Marokko)1964: vader Ahaddour gaat in Europa op zoek naar werk, eerst in Duitsland, later in België.
1966: de familie Ahaddour verhuist naar Lokeren.
1980: Mohammed studeert af aan het Technium Antwerpen.
1981-1984: hersteller dieselpompen.
1985: getuigschrift avondonderwijs elektronica.
1985-1988: arbeider in UCO Lokeren.
1989-1991: arbeider in UCO Braun.
1991: bachelor in de informatica.
1992-nu: informaticus Decatron/Kinepolis Group.
Gehuwd, 6 kinderen, 2 kleinkinderen.
Conny Van Neste
°1967 Gent1985-1998: arbeidster in vlasfabriek La Lys-Liève.
1998-nu: poetsvrouw.
Gehuwd, 2 kinderen, 1 kleinkind.
MEER VERHALEN UIT DE COLLECTIE
Tot ver buiten de landsgrenzen wordt Gent gezien als de textielstad bij uitstek, het 'Manchester van het continent'. Hilde Langeraert vertelt meer over de textielindustrie in Gent sinds de jaren '50. Luister verder.
Op 6 juli 1838 wordt La Société La Lys gesticht door enkele prominenten in de textielwereld. De volgende 38 jaar blijft La Lys gestaag groeien. Jet, Liliane en Emile vertellen over hun werk in de fabriek. Lees meer.
Voor de textielindustrie was de naoorlogse periode een tijd van ongezien snelle veranderingen. Het was een tijd van doorgedreven mechanisering, het opvoeren van de productiviteit en het consolideren van het sociale zekerheidssysteem. Lees meer.
Maar liefst 90 jaar lang was UCO een begrip in Gent. Textiel liep als een rode draad doorheen de Bloemekenswijk. In 2009 trokken de arbeiders voor de laatste keer de fabriekspoort achter zich dicht. Maar het verhaal gaat verder. Lees meer.